Slippertje 75: Het unieke concept van circulaire jeans met Bert van Son



YES! Deze week is Bert van Son te gast in de Ondernemen Op Slippers podcast! Bert van Son is oprichter en eigenaar van MUD Jeans, het eerste circulaire jeans merk ter wereld!

Recentelijk won Bert van Son met MUD Jeans ook nog eens de Koning Willem 1 Plaquette, de prijs voor het meest duurzame bedrijf van Nederland!

In Slippertje 75 vertelt Bert van Son onder andere over:

- Hoe hij vanuit de IVA in Taipei terecht kwam
- Bizarre Aziatische gebruiken
- Leven als expat in de jaren '80
- Waar zijn passie voor recycling vandaan komt
- Zijn 4-jarige sabbatical
- Én hoe hij vanuit zijn ervaringen in de kledingindustrie, ondernemer werd

Laten we snel gaan luisteren naar de toffe verhalen van Bert van Son, LET'S GO!

Podcast transcriptie

Bas:     Vandaag in de Ondernemen op Slippers podcast the one and only Bert van Son. Hij is geboren en getogen in Canada in een familie met vijf kinderen. In 1961 was hij de jongste poolreiziger ooit. Na zijn havo is hij de IVA gaan doen en daarna is hij voor een kledinghandelsbedrijf in Taipei gaan werken waar ze toen nog met een fax communiceerden. Daarna is hij twee jaar in Hongkong gaan werken en daarna in Parijs waar hij zijn eigen bedrijf startte in licentiekleding die hij in 2008 succesvol verkocht. Na een sabbatical van vier jaar startte hij MUD Jeans, het enige en eerste circulaire jeansmerk ter wereld en won recentelijk ook nog eens de Koning Willem 1 Plaquette. Bert, welkom

Bert:     Dank je wel.

Bas:     We horen nu een mooie jingle. We runnen de business op de slippers.

Je schuift je shit opzij, en voelt je vogelvrij, je runt je business op je slippers en dat maakt je blij.

Je droom is werkelijkheid, bent van de stress bevrijd. Je kraakt de code van het leven met zekerheid.

Nog maar 3 maanden te leven..

Bas:     Yes Bert, we kraken de code van het leven nu met zekerheid is de laatste zin van de jingle, maar we gaan veel andere codes kraken hier van de duurzaamheid geloof ik. Welkom Bert. Mijn eerste vraag is altijd een intense vraag, wat zou je doen als je nog drie maanden te leven hebt?

Bert:     Oh, wow, dan zou ik op een boot kruipen en de wereld over zeilen. Zo groot mogelijk zeiljacht en daarmee de oceaan over gaan, dat is nog wel een droom van me.

Bas:     Ja?

Bert:     Ja.

Bas:     Je bent echt een zeiler?

Bert:     Ik ben wel een echte zeiler, ja.

Bas:     Cool, en nu? De volgende vraag is altijd wat weerhoud je ervan om het nu niet te doen?

Bert:     Ja, ik heb nog een missie te volbrengen. Het bedrijf moet nog even een stapje verder, dan kan ik het hopelijk overdragen en kunnen hele slimme mensen dat nog veel beter gaan doen. Dus ik moet nog heel eventjes proberen het zo klaar te stomen dat we het stokje over kunnen dragen.

De jeugd van Bert van Son

Bas:     Ja, wow, mooi. Over die missie gaan we het natuurlijk uitgebreid hebben in deze podcast. Je bent geboren en getogen in Canada.

Bert:     Geboren.

Bas:     Inderdaad geboren, ja, getogen is wat anders, maar volgens mij was je drie maanden of zo toen je daar--

Bert:     Ja, toen besloten mijn ouders terug te gaan naar Nederland.

Bas:     Ja.

Bert:     Want mijn moeder vond het daar toch niet zo prettig. En ze waren eigenlijk officieel geëmigreerd en mijn vader had het wel naar zijn zin geloof ik, maar mijn moeder niet. Die komt uit een gezin van 12 en die wilde eigenlijk wel terug en er kwam een positie vrij voor het bedrijf waar hij voor werkte in Londen dus ze zijn teruggekeerd en ik was drie maanden en in die tijd vloog je nog over de Pool terug in zo’n hele ouderwetse--

Bas:     Dakota of zo?

Bert:     Nee, wat was het, eentje met twee van die vleugels achter, ik kan even niet op de naam komen.

Bas:     Ja, ik weet het ook niet, maar in ieder geval.

Bert:     Waar je echt moest stoppen in Halifax en daarna in IJsland en dan naar Ierland en dan was je geloof ik 36 uur onderweg voordat je thuis was.

Bas:     Wow, dus dat was een lange rit met de kleine kinderen.

Bert:     Ja, niet dat ik het me kan herinneren.

Bas:     Jij was toen, je was de derde dus van de vijf.

Bert:     Ik was de derde en toen de jongste. Er gingen er nog twee geboren worden in Nederland.

Bas:     In Nederland, ja. Wow man, wow, in 1961. Bert dit klinkt als echt heel ver weg.

Bert:     Dat is het ook.

Bas:     Wanneer ben je eigenlijk geboren, dus in 1961?

Bert:     In 1961.

Bas:     ’61 dus, fantastisch. Ok, maar goed, toen ben je dus opgegroeid verder wel in Nederland.

Bert:     Ja, dus eerst in Voorschoten en later in Hengelo, met twee o’s, dus ik kan heel goed Twents ook.

Bas:     Ja, met de cola.

Bert:     Ja, dat, en later zijn we verhuisd naar Zeist daar heb ik echt de leukste tijd gehad en een beetje vanaf mijn 15e totdat ik vertrok naar het Verre Oosten gewoond.

Studeren aan IVA

Bas:     Ja, lachen man. Want na de havo ben je de IVA gaan doen, leg eens even voor de leken uit wat de IVA is?

Bert:     Het instituut voor de Autohandel. Dan word je klaargestoomd om te ondernemen en je leert eigenlijk een beetje de autohandel. Ik vond autootjes natuurlijk ongelooflijk interessant, vind ik nog steeds wel moet ik eerlijk zeggen.

Bas:     Ok.

Bert:     Maar ik wilde heel graag de internationale business in, internationale handel en van dit bedrijf, de Borsumij wist ik van nou, als je daar twee jaar traineeship doet dan heb je kans dat je op een gegeven moment uitgezonden wordt naar een buitenkantoor. Dat is me gelukt. Dat was wel een eerste mooie stap want ik werd uitgezonden naar Taiwan, Taipei.

Bas:     Ja.

Bert:     Prachtige stad, maar in die tijd moet je je voorstellen dan is het 1983 of zo en dan bestaat GPS niet en ik moest met mijn autootje die fabrieken af om final inspection te doen en kijken of alle katrolletjes wel klopten en de maten van die overhemdjes die we deden. Ja, dat is natuurlijk heel spannend om met Chinezen zaken te doen en over quota te praten in die tijd en een beetje proberen de taal te leren en hun voedsel te leren begrijpen en ook lekker te vinden. Je kan heel lekker eten Chinees. Szechuan food hebben ze daar waar ik heel erg van hou, dat is lekker een beetje scherp.

Bas:     Ja. Het is heel vers ook allemaal hè, je wijst de levende vis aan en een uur later--

Bert:     Nou, een uur later, 5 minuten later.

Bas:     Ja, 5 minuten later ligt die op je bord met nog een bewegend hoofd zeg maar.

Bert:     Ja, of je krijgt een duif voorgeschoteld die in stukjes is, dan krijg je het hoofd omdat je heel belangrijk bent want dat is goed voor je hersenen.

Extreem eten in Azië

Bas:     Wat is het extreemste dat je daar gegeten hebt?

Bert:     Ja, slangenbloed.

Bas:     Slangenbloed? Dat dronk je?

Bert:     Ja, maar dat wordt wel verdund met wijn, maar is niet, ik ben niet zo heel erg van het heel erg uitproberen.

Bas:     Ik heb ook twee jaar lang rond de wereld gereisd. We waren in Zuid-Korea en daar werd ik uitgenodigd om mee te doen aan een televisieprogramma.

Bert:     Ok.

Bas:     Dat heette daar ook SBS trouwens die zender en ze gingen dus met ja, ik was samen met mijn huidige vrouw of toen mijn vriendin waren we daar en toen werden we ook uitgenodigd moesten we op zo’n markt moesten we daar zeg maar levende beesten gaan uitzoeken en vervolgens gingen we die dan, ergens boven werden die dan opgechopt en konden we die eten. Maar wat we ook hadden uitgekozen was dus een octopus zeg maar, dus een inktvis. Maar ja, je hebt die tentakels van die inktvis die choppen ze dus in stukjes en al die kleine stukjes die bewegen dus op dat bordje. Dus ik heb gewoon op Zuid-Koreaanse tv heb ik zeg maar levende tentakels van een inktvis gegeten.

Bert:     Maar sinds ik die documentaire heb gezien, Octopus my Master of zoiets heette het, prachtig, begrijp je hoe intelligent zo’n beest is. Ik weet niet of je die gezien hebt?

Bas:     Nee.

Bert:     Fantastisch echt. Hoe heet hij nou, Octopus my Teacher geloof ik.

Bas:     Ok.

Bert:     Moet je zien.

Bas:     Ja, mooi.

Bert:     Dan eet je geen octopus meer.

Bas:     Nee, zo heb je er ook eentje met vis hè?

Bert:     Ja, Seaspiracy. We hebben samen een collectie een keer gedaan met een Sea Shepherd. Was heel erg leerzaam voor ons wat die mannen doen is echt fantastisch.

Bas:     Bizar ja.

Bert:     Ja, echt heel erg goed. Daar kunnen we ook een uur over praten, maar laten we dat niet doen.

Bas:     Nee, klopt, als je naar die documentaires kijkt dan begin je je bijna te schamen dat je kibbeling eet zeg maar.

Bert:     Ja.

Bas:     Maar goed.

Bert:     Heel veel bijvangst, vreselijk, ja.

Taipei in de jaren 80

Bas:     Ja, bizar. Maar goed, je was dus uitgezonden uiteindelijk naar Taipei.

Bert:     Ja.

Bas:     In 1983 zeg je, ik ben in 1984 geboren dus ik was toen nog een krop sla, maar des te interessanter om daarover te praten.

Bert:     Ja, was een geweldige tijd. Mooi land, lieve mensen, prachtige natuur en maar wel een heel grote vieze stad. Het ligt een beetje in een dal Taipei en ik woonde net iets daarbuiten, best wel mooi en dan reed je met je autootje echt zo’n soort deken van smog in.

Bas:     Smog, want Taiwan is toch het eiland naast China toch?

Bert:     Ja, klopt, voormalig Formosa, de Nederlanders zijn daar vroeg gekomen.

Bas:     Oh.

Bert:     Een beetje in de tijd van 1600, ik geloof de VOC. Dus je bent er best bekend als Nederland dat is heel grappig en Formosa betekent het groene eiland. Het is ook heel mooi. Het is ook helemaal begroeid, ze hebben er bergkammen waar je in het weekend, ik zeilde toen ook al, we hadden een lasertje wat dan met een collega op het dak van de auto ging en dan reden we naar het strand en dan gingen we met dat lasertje de zee in.

Bas:     Cool.

Bert:     En ze hadden toen al ruzie natuurlijk met mainland China want ze worden natuurlijk gezien als een afvallige provincie terwijl ze zelf vinden dat ze een land zijn. Maar wij gingen de zee op en dan werden we aangehouden door militairen van jullie gaan toch niet naar China zeilen? Nee, zijn we niet van plan.

Bas:     Toen al.

Bert:     Ja, ze schoten iedere dag een kanon af om te vertellen van we zijn nog wel in oorlog met elkaar.

Bas:     Oh, zo.

Bert:     Ja, het is natuurlijk een vrije republiek vinden ze zichzelf. Ze noemen zichzelf de PROC, nee, sorry, ik zeg het verkeerd, de PROC is de People’s Republic of China en zij noemen zichzelf de ROC, Republic of China. Of andersom, nu haal ik alles door elkaar. Maar in ieder geval voor hun is Chiang Kai-shek de grote leider, die is gevlucht in 1911 met zijn hele rechtse leger en heeft alle kunstschatten meegenomen en het hele museum ligt daar vol met prachtige dingen die uit China komen, dus daar ligt die stress ook een beetje van de Chinezen.

Bas:     Wow, maar het was dus bijna zo geweest dat ze in Taiwan Nederlands spraken dan of?

Bert:     Nee, dat denk ik niet. Nee, de Nederlanders zijn toen ook doorgereisd in Japan, naar Japan hè, dus daar zijn ze ook redelijk bekend. Nee, er as een handelspost al geloof ik.

Bas:     Ok, ja, ik vind het altijd zo mooi om te zien die VOC-tijd zeg maar ook bijvoorbeeld Australië, volgens mij hebben wij dat letterlijk ontdekt als Nederlanders, whatever you call it, en later hebben de Engelsen of whatever die hebben het weer herontdekt of zo.

Bert:     Ze hadden overal ruzie, ja.

Bas:     Ja, ja. Interessant, maar Taiwan, ja, is wel een bizar land. Maar je kende de taal dus niet, ze spreken daar Mandarijn denk ik?

Bert:     Mandarin ja.

Bas:     Ja.

Bert:     Ja, mooie taal. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik wel gevoel heb voor talen en ik vond het ook wel spannend en iedere avond kreeg ik fonetisch les dus ik kan het niet schrijven het Chinees maar ik kon best wel goed woorden oppikken. Als je leert tellen dan ben je al een heel end. Als je goedemorgen kan zeggen, goedemiddag en dank je wel.

Bas:     En een biertje alsjeblieft.

Bert:     Heeft het lekker gesmaakt.

Bas:     Ja.

Bert:     Ja, dat kan allemaal en dat waarderen ze enorm dat soort mensen natuurlijk en dan kom je ook meer in contact met de cultuur van zo’n land en ik heb daar veel van geleerd ook in mijn latere leven om te ontdekken van ja, mensen kunnen heel verschillend zijn in hun hoofd en in hun denken en opvoeding en achtergrond, wat je je niet altijd realiseert omdat je soms voor andere mensen denkt en ervan uitgaat dat ze ongeveer eenzelfde redenering hebben die jij hebt, wat helemaal niet zo is natuurlijk.

Leren van andere culturen

Bas:     En waar heb je dan, heb je dingen waar je echt de vinger op kan leggen waar je echt veel van geleerd hebt hoe je die mensen daar heel anders hebt zien denken en wat ze nog steeds eigenlijk doen dan dat wij doen?

Bert:     Ja, lose face hè, dat zal jij ook wel herkennen is voor hun heel erg belangrijk. Dus je moet nooit een Chinees het gevoel geven dat hij het onderspit delft in een gesprek.

Bas:     Ja, gezichtsverlies bedoel je.

Bert:     Gezichtsverlies is vreselijk voor ze, dat komt ook nooit meer goed als je dat doet. Dus als je je relatie goed wilt houden met Chinezen moet je wel proberen jouw onderdeel voor elkaar te krijgen, maar niet op een manier dat je in een groep zo iemand helemaal voor lul zet, dat gaat niet werken.

Bas:     Ja, je hoort ook weleens van die--

Bert:     Daar zijn Nederlanders soms wel goed in.

Bas:     Ja, nee, zeker, maar je hoort ook van die vreselijke verhalen als dat wel gebeurt dat er gewoon ja, er worden gewoon veel zelfmoorden gepleegd als ze gewoon te groot gezichtsverlies hebben geleden of hoe je het ook ziet.

Bert:     Ja, klopt.

Communiceren via Telex

Bas:     Ja, dat is wel een bijzonder tijdperk. Maar toen ja, waren er dus nog geen WhatsApp, ze gebruiken daar nu WeChat geloof ik en QQ en allemaal dat soort dingen, maar in die tijd was het dus gewoon faxen op en neer sturen om dingen voor elkaar te krijgen of?

Bert:     Telex, dus wij hadden gewoon een pondsband die in ons kantoor rond ging en dan konden wij dat uitprinten en dan stuurden we een antwoord terug en dan kreeg mijn collega in Nederland die message.

Bas:     Maar is de telex dan nog de voorloper van de fax of wat?

Bert:     Telex is een pondsband die ’s avonds zeg maar doorloopt, ik kan het niet eens uitleggen, en dan krijgt de andere kant van de wereld dat bericht binnen, dat kan je dan uitprinten. Dus wij kregen op ons kantoor een stapeltje A4’tjes met allerlei berichten die je een voor een moest afwerken. Dat was ons communicatiemiddel. Dus als wij een--

Bas:     De berichten samen was het--

Bert:     Dat was het ja, dus alleen woorden.

Bas:     Oh ok.

Bert:     En daarna kwam er een collega naar me die zei op een gegeven moment, ik vertel dat altijd aan mijn collega’s nu als ze achter me staan te puffen en ze meneer Van Son zien stuntelen op zijn Macje dan vertel ik van ho jongens, ik kom uit de tijd dat wij nog dat deden met telex en op een gegeven moment komt er een collega naar me toe en die zei Bert, je kan nu een A4’tje naast je telefoon leggen en dan gaat hij er doorheen en dan zegt hij prr, prr, zo, en dan kunnen ze aan de andere kant die tekening van jou zien, dat heet een fax. Dat was nou, voor ons de opening van de wereld. We konden ineens alles.

Bas:     Wow. Het is bizar hoe die technologie is gegaan hè?

Bert:     Fantastisch.

Bas:     Want je hebt het hier dus over 1983 zei je.

Bert:     Nou, ja, ’85, wanneer is de fax? Zoiets denk ik?

Kledingindustrie in Taiwan

Bas:     Ja, ja, bizar. En wat deed je daar allemaal omdat je er werkte voor een handelsbedrijf in de kleding?

Bert:     Ja, in de kleding. We hadden dus een showroom in Nederland waar dan grote klanten op bezoek kwamen die uit de collectie dingen zochten.

Bas:     Bekende merken zeg maar.

Bert:     Nou, de Wehkamps en dat soort mensen van deze wereld en wij verzorgden dan omdat het nog heel moeilijk was toen met die fabrieken controleren, maar ook de quota’s en dat soort dingen en de handelsovereenkomsten. Dus wij verzorgden die hele follow up en daar zat dan een marge tussen en dan moet je zorgen dat de goederen op tijd komen, dat die afspraken met die Chinezen goed zijn, dat ze begrijpen wat ze moeten maken, wat voor kwaliteit, stoffen inkopen, de maatschema’s, de samples, de foto samples moesten hè, mailorderhouses moesten natuurlijk ook dat eerst even fotograferen voordat het in de catalogus kwam. Ja, allemaal dat soort dingen en alles was uitdagend, alles kwam te laat, alles was moeilijk of er was een kwaliteitsprobleem en dan moest je zo’n hele partij afkeuren omdat er ja, een mouw te kort was gemaakt of ik noem maar iets.

Bas:     En dan ging het de prullenbak in?

Bert:     Nee, ze deden wel slimme dingen daarmee, dan maakten ze er een korte mouwen hemd van of zo. Het zijn natuurlijk hele creatieve mensen, die vinden altijd wel een oplossing hoor.

Kwaliteitsmanagement

Bas:     Ja, en in die tijd hoe waarborg je dan die kwaliteit zeg maar? Want dan heb je gewoon ja, je gaat een sample misschien met de post of zo naar de andere kant van de wereld wat ook een maand duurt of zo.

Bert:     Nou, dat ging wel vrij snel.

Bas:     Dat ging wel.

Bert:     Je had ook wel speed post hadden we.

Bas:     Oh ja.

Bert:     Er vlogen wel vliegtuigen al in die tijd.

Bas:     Ja, ja, ok, precies. Maar dan heb je dus een sample en die moet dan 100.000 keer worden nagemaakt zeg maar.

Bert:     Ja, dat moet goedgekeurd worden met wat opmerkingen en dan ga je dat in productie leggen. Dan komt er eerst de levering van de stof, dus dan word je meestal geroepen van kijk dat na, is het goed, kunnen we dit zo gaan snijden? Want als het eenmaal gesneden is kan je natuurlijk niet zoveel meer veranderen.

Bas:     Ja.

Bert:     Nou ja, dat soort dingen en natuurlijk heel ingewikkeld, dat realiseren mensen zich niet wat er voor nodig is om een kledingstuk te maken en daarom is het zo vreemd dat we hier in de Westerse wereld of overal denken dat kleding heel erg goedkoop moet zijn. Maar als je nagaat wat er gebeuren moet, ik neem even een spijkerbroek want daar weet ik dan iets van, je hebt eerst katoen, dat moet je dan schoonmaken en spoelen en misschien verven en dan moet je het spinnen, dan moet je het weven, dan moet je het gaan verven, dan moet je dat oprollen, laten liggen een tijdje. Dan moet je het helemaal uitrollen netjes op stapels en een patroon eroverheen leggen en dan kruipt er iemand overheen met een mes die dan zulke stukken snijdt met zakken, pijpen en dat soort dingen en dat moet je dan in lijnen gaan verzinnen dat het goed in elkaar gestikt wordt met mooie garens weer, labeltje erop, knopen erop, wordt gevouwen of nog een keer gewassen of met extreme dingen, moet ingepakt worden, moet in een doosje, moet naar de haven gebracht worden en ga maar door. Dus voordat het bij jou in de kast ligt, ongelooflijk veel stappen.

Productieproces van jeans

Bas:     Hoeveel uur zit er in zo’n jeans dan? Weet je dat ongeveer of?

Bert:     Nee, dat gaat in minuten.

Bas:     Dat gaat in minuten zelfs.

Bert:     De prijsberekening gaat natuurlijk op minutenbasis dus je wil ongeveer, want je kan je voorstellen dat een heel ingewikkeld model met een heleboel zakken of met weinig dat dat scheelt. En je hebt ook tegenwoordig veel geautomatiseerd, ze hebben tegenwoordig al machines dat de zakken automatisch erop komen, dat soort dingen gebeuren er. Dus ja, hoeveel minuten weet ik niet uit mijn hoofd, maar we tellen dus de minuten, daar zit een prijs aan, dan tel je alle grondstoffen die erop gaan, de knopen die erop gezet moeten worden en dan het wassen is vaak duur, wat voor wassing je wil, of je het helemaal gebleached wilt hebben. Dat doen wij bijvoorbeeld tegenwoordig niet meer met potassium permanganaat of gemene stoffen maar met ozon kan je ook bleachen. Die slijtvlekken die je wilt maken dat een jeans er een beetje cool uitziet.

Bas:     Een beetje hip uitziet ja.

Bert:     Dat kan tegenwoordig met laser in plaats van met schuurpapier en allemaal gemene spullen. Dus er zijn heel veel oplossingen nu, maar om te zeggen dat kleding is een ongelooflijke, ja, het is handmade natuurlijk allemaal nog steeds. Er zijn wel oplossingen hoor nu voor T-shirts die heel geautomatiseerd gemaakt kunnen worden, maar verder is het gewoon een hele, ja, arbeidsintensieve business en daarom is het toen ook een beetje verhuisd naar die lagelonenlanden.

Werken in Taipei als Nederlander

Bas:     Ja, want dit, ja, jij zat dus ook in Taipei. En waar was je daar verantwoordelijk voor dan?

Bert:     Nou ja, herenkleding, de men’s shirts. Dus ik werd specialist in de herenoverhemden en Taiwan was zeg maar een buitenkantoor en Hongkong was het centrale Verre Oosten kantoor.

Bas:     Het hoofdkantoor of zo.

Bert:     Ja, het hoofdkantoor, het werd een enorme upgrade als je dan daar naartoe mocht en dan ging je over al die buitenlandse, dus dan ging het over mainland China, over Taiwan, over Indonesië deden we zaken, Vietnam. Dus dan werd je al wat belangrijker tussen aanhalingstekens.

Bas:     Ja, voor wat het waard is.

Bert:     Maar ja, en een heel leuk team hoor want die Chinezen die daar zitten die hebben natuurlijk meer, die zagen meer gweilo hè, gweilo is het woord voor blanke geest, zo werd je genoemd, als jong jongetje was je dan ineens de baas van 15 Chinezen maar je moest niet denken dat je de baas was, je mocht gewoon meelopen en het grappige was ik had dan een auto ook zelf, maar het kentekenplaat kende ik in het Chinees. Dus dan kon je horen spreken van we hebben die auto van hem even nodig dus dan hoorde ik de kentekenplaat en dan gaf ik mijn sleutels alvast af en dan keken ze heel gek, hoezo weet hij dat?

Bas:     Oh, mooi man, mooi. Maar hoe communiceerde je dan toen in die tijd dan? Want het was met name zij konden toen helemaal geen Engels denk ik?

Bert:     Nou, er waren wel Chinezen, in Hongkong zeker Chinezen.

Bas:     Tolken.

Bert:     Nee, nee, de Chinese bevolking in Hongkong spreekt heel goed Engels hoor.

Bas:     Ja, in Hongkong.

Bert:     In Taiwan, nou, de mensen die wij op kantoor hadden ook wel, de meesten spraken wel goed Engels.

Bas:     Oh, dus dat was wel te doen.

Bert:     Jawel, dat ging prima.

Bas:     Mooi. Maar goed, jij ging dus voor die upgrade naar Hongkong toen je in Taipei zat.

Bert:     Ja, vreselijk belangrijk werd ik ineens.

De stap naar Hongkong

Bas:     Toen dacht je van ja, ik wil belangrijk gevonden worden dus die ladder moet omhoog, ik moet naar Hongkong.

Bert:     Ja, klopt.

Bas:     Maar ging je daar iets heel anders doen dan? Of?

Bert:     Nee, hetzelfde, maar dan iets uitgebreider.

Bas:     Ok.

Bert:     En daar kwamen ook meer klanten op bezoek. Die wilden natuurlijk ook ons zien en kijken of ze fabrieken konden bezoeken en nee, dat was min of meer hetzelfde werk wel.

Bas:     Ja.

Bert:     Want we deden vaak, je had in Hongkong nog fabrieken voor overhemden die gewoon in die hele hoge gebouwen zaten. Dus als we nieuwe fabrikanten zochten dan gingen we weleens gewoon zo’n fabricagegebouw in, in Kowloon helemaal achterin Kowloon had je dat vaak en dan begonnen we gewoon de bovenste etage en dan een voor een alle etages af wat daar was, wat er gemaakt werd.

Bas:     Wow.

Bert:     En dan zie je de meest gekke dingen wat er allemaal gemaakt wordt.

Fabrieken in China

Bas:     Ja, goed, dat is ook ik heb zelf ook ooit een fabriekje opgezet in China, maar.

Bert:     Ok.

Bas:     Ja, het is natuurlijk een heel spektakel, mensen stellen zich er heel vaak veel bij voor zeg maar. Een fabriek klinkt heel groot, maar goed, in het geval van kleding, het zijn gewoon een rijtje naaimachines en stof snijden en ja, dat noemen ze dan een fabriek.

Bert:     Klopt, en wat strijkijzers.

Bas:     Ja, en wat strijkijzers, ja.

Bert:     En een snijtafel. Ja, dat was ook wel het mooie, je zag er zoveel ondernemerschap. Dus ze beginnen er vaak als koelie, dus dan zie je die jongens zwetend in een kort broekje in die grote gebouwen door die goederenliften, ik weet niet of je die kent, maar zware goederenliften waar ze dan op zo’n rolletje 20 dozen vooruitsturen, in de vrachtwagen stoppen en het kan zijn, er waren slimme gastjes bij die gewoon na twee jaar koelie dachten van ja, dit kan ik zelf ook, een dingetje huurden, tien oude naaimachines kochten en begonnen. En ik heb met dat soort jongens zaken gedaan en die waren natuurlijk ongelooflijk streetwise, konden slecht Engels, waren volslagen, ja, onopgevoed zal ik maar even zeggen in onze ogen, maar daar heb ik de meest leuke momenten mee meegemaakt omdat die gewoon wel dingen voor elkaar kregen.

Bas:     Ja, ja, wel tof.

Bert:     Ja.

Bas:     Wel tof, maar twee jaar in Hongkong gezeten. Ja, ik ben ook vaak in Hongkong geweest, volgens mij is dat een onwijs gave stad om te wonen.

Bert:     Ja, is fantastisch, kan je ook mooi zeilen, een rondje Hongkong.

Het dagelijks leven in Hongkong

Bas:     Kun je heel mooi zeilen ja. Ja, heel mooi. Maar woonde je daar echt in de stad of een beetje daarbuiten? Want volgens mij is het ook ja, je hoort ook sowieso in die tijd was het waarschijnlijk ook al niet te betalen om daar te zitten, maar nu al helemaal niet.

Bert:     Nou, ik had nog net mazzel dat ik met mijn toenmalige vriendin woonden we samen daar en wij konden een heel mooi appartement huren op de Peak, nou, onderweg naar de Peak. Dus als je de Peak tram neemt halverwege linksaf de MacDonnell route. Een fantastisch mooi appartementje, uitzicht op Victoria Harbour.

Bas:     Wow.

Bert:     Toen werd ook dat gebouw van Pei gebouwd, heb ik zien ontstaan.

Bas:     Ja.

Bert:     Prachtig gebouw. We mochten niet klagen.

Bas:     Op de Peak zit ook de Nederlandse ambassade toch of niet?

Bert:     Dat weet ik niet, dat kan.

Bas:     Ja, volgens mij wel. Ja, ik ben een paar keer op zo’n feestje geweest.

Bert:     Kennedy Road.

Bas:     Kennedy Road, ja, ja, en daar had je mooi uitzicht over--

Bert:     Dan woonde ik eentje hoger.

Bas:     Eentje hoger, ja. Ja, een paar keer rond geweest. Ik had een vriend van mij die woont er ook en dan komen we in de buurt van die paardenrace.

Bert:     Ja, die valley, daar speelden wij hockey.

Bas:     Ja, exact. Dat is echt grappig dat jij daar ook hockey hebt gespeeld. Ik heb zelf ook altijd gehockeyd en toen wij op wereldreis waren was een vriend van mij die woonde in Hongkong en die werkte ook voor een technisch bedrijf, die waren met draadloze stroom toen bezig wat allemaal early days was en die hockeyde ook daar en toen heb ik ook nog een wedstrijdje meegepingeld met die gasten.

Bert:     Ja, leuk.

Bas:     Maar we moesten tegen Indiërs spelen.

Bert:     Ja, die zijn goed.

Bas:     Nou ja, dat we gingen er hard af.

Bert:     Andere regels. In het land der eenoog is, in het land der blinden is eenoog koning. Ik heb daar voor het Hongkong elftal mogen spelen een paar keer tegen China, tegen Macau en tegen Amerika dus dat was wel heel spannend. Maar dan zit toch wel de hele tribune vol, maar vooral met Indiërs en Pakistanen.

Bas:     Ja, ja, dat zijn echt hockeylanden.

Bert:     Die eten meenemen en de hele dag er gaan zitten en feestvieren. Dat was heel leuk.

Bas:     Ja, maar is tof want die paardenrace daar is ook een soort van verkapte belasting want er wordt echt hevig gegokt op die paarden.

Bert:     Nou, dat gebeurde, wij werkten ook op zaterdag in Hongkong en op zaterdagochtend dan kreeg ik altijd van de hoofd-Chinees waar ik mee samenwerkte de tips voor de paardenrace door en dan had hij zogenaamd, die wist zogenaamd alles, werkte nooit.

Bas:     Welk paard de meeste eiwitshots had gekregen.

Bert:     Ja, die ging winnen, dat wist hij dan zogenaamd en iedere zaterdag zei die ja, nu weet ik het echt zeker en die Hongkong Chinezen zijn enorme gokkers. Die gaan ook gewoon door hè. Je hebt zeven races dus de eerste race winnen ze dan misschien nog wel. De tweede ook, de derde ook. Maar dan blijven ze gewoon alles inzetten. Die kijken niet meer naar hoeveel het is. Het gaat gewoon door.

Bas:     Nee, het is een soort van rood-zwart en elke keer valt hij op rood en alles wat ze winnen gaat--

Bert:     En dan shit, de zesde, zevende race gaat het net mis, jammer.

Bas:     Oh wow, wow.

Bert:     En dan maandag gewoon weer op kantoor.

Bas:     Heb jij daar ook lopen gokken op die paardenraces of niet?

Bert:     Nee, ik heb weleens voor de grap meegedaan want dan zeiden ze en nu moet je echt, we hebben zo’n goede tip, nu moet je echt gewoon geld inzetten. Nou, dat werd natuurlijk nooit wat.

Bas:     And it’s gone.

Bert:     Kansloos.

Bas:     Wel lachen zeg.

Bert:     Ja.

Van Hongkong naar Parijs

Bas:     Maar goed, twee jaar in Hongkong gezeten. Daarna ben je naar Parijs gegaan, maar was dat dan weer een treetje hoger of was dat weer een ander spektakel?

Bert:     Nee, dat was weer, dat was wel mooi want we hadden toen echt nog zo’n, dat was echt zo’n hiërarchisch bedrijf waar de grote baas door de gang liep en die schreeuwde dan maar wat en dan moest dat gebeuren.

Bas:     Oh ja.

Bert:     En die schreeuwde op een dag Van Son, ja, jij spreekt toch Frans? Je moet naar Parijs. Want daar waren we een verkoopkantoor aan het opzetten en dan hadden ze natuurlijk mensen nodig die een beetje het Verre Oosten kenden en zodoende die business konden pushen en ik had havo 3 Frans en ik kon avoir vervoegen en être, dat was mijn Frans, daar was ik wel heel erg trots op. Dus ik heb daar metro-Frans geleerd in drie maanden tijd. Maar het was zo’n leuke tijd. Als je je ervoor interesseert, nogmaals, een taal moet je gewoon opnemen en de Franse radio keihard aanzetten, ’s avonds naar TF1 kijken en dan komt het vanzelf wel binnen. Dus ik sprak binnen no-time best wel goed Frans, dat ging wel lekker, ja.

Bas:     Wow, maar dus nou ja, tussen Taipei, Hongkong en Parijs zijn natuurlijk drie totale verschillende culturen.

Bert:     Ja, absoluut.

Bas:     Hoe was dat voor jou om vanuit Hongkong dan eigenlijk in Frankrijk te gaan zitten dan?

Bert:     Nou, dat was best wel lastig want in Hongkong word je gezien binnen het bedrijf als expat en dan heb je best wel goede voorwaarden, krijg je een auto en je appartement wordt betaald en in Hongkong betaal je nauwelijks belasting dus ik was best wel een verwend mannetje, en in Parijs is het gewoon was het gewoon ja, dat is Europa, zoek het maar uit. Ga maar een appartementje zoeken en dit is wat je verdient en je betaalt gewoon Franse belasting.

Bas:     Ja, regel het maar.

Bert:     Dus het was wel even wennen.

Bas:     Ja, precies.

Bert:     Maar ik vond het ook wel weer leuk om terug te zijn in Europa hoor. Ik wou niet daar blijven plakken en je krijgt op een gegeven moment ook island fever en dan heb je echt wel genoeg van het hele drukke stress in je leven, zes dagen in de week werken, dat moet je niet te lang doen denk ik. Dus ik was daar heel blij mee en nou ja, iets minder is ook prima. Ik heb een hele leuke tijd gehad in Frankrijk en Fransen zijn ook weer geen Nederlanders zal ik maar zeggen. Dat is een heel ander volk en ik probeer altijd, dat heb ik altijd wel dan de goede dingen eruit te halen, te genieten van wat er heel erg mooi is daar, het eten is natuurlijk fantastisch, ik heb natuurlijk veel rondgereisd in Frankrijk en met collega’s en dan deden we altijd wel ons best van toch een kleine detour om dat hele mooie restaurantje mee te pakken.

Bas:     Ja, ja, ging je veel de bergen in ook of niet?

Bert:     Nou, we reden vooral, we hadden een grote klant in Saint Étienne zitten, een casino. Dus dan kom je langs Beaune en zo, dat soort dorpen gingen we in. Nee, niet veel in de bergen nee, het was meer we zaten in Noord-Frankrijk met ons kantoor later.

Bas:     Oh ja.

Bert:     Dus dat is minder mooi vind ik, dat is niet echt het allermooiste deel van Frankrijk. Le Schnor. Ik weet niet of je Bienvenue chez les ch'tis hebt gezien die film?

Bas:     Nee.

Bert:     Nou, een aanrader voor alle luisteraars, kijk die film. Een film van Dany Boon, al een tijdje oud, maar het is een Franse slapstick n ik moet nog steeds keihard lachen als ik hem zie. Maar je moet er wel even in een lollige bui voor zijn ook.

Bas:     Precies, even een paar paddo’s naar binnen werken.

Bert:     Ja, dat helpt.

De ontwikkeling van een ondernemersgeest

Bas:     Maar goed, toen zat je in Frankrijk en toen begon het een beetje te borrelen toen dacht je van wacht even, ik zit nu zo lang in de kledingindustrie, ik ga zelf iets doen? Of hoe ging dat een beetje daar?

Bert:     Nou, toen kreeg ik op een gegeven moment toch wel ruzie met die mannen van dat bedrijf. Dat is een lang verhaal, maar ik kan het wel vertellen, ik was natuurlijk aangenomen op commissiebasis.

Bas:     Om te verkopen.

Bert:     Om te verkopen en dat deed ik zo goed, in Frankrijk kan je grote klappers maken omdat het een groot, als je aan Auchan iets verkoopt een artikel wat in de promotie gaat dan gaat dat naar 136 hypermarkten met allemaal meer dan 100 kassa’s dus daar kwamen kwantiteiten uit die ze in Nederland helemaal niet, dat was een nieuwe markt, helemaal niet gewend waren. Dus ik had een deal waar wij vreselijk veel geld, belachelijk veel geld verdienden en ja, dat vonden ze in Nederland helemaal niet zo prettig. Dus daar moest aan geschroefd worden en dan was ik gewoon een eigenwijs jong mannetje, ik dacht nee, dit is wat we afgesproken hebben, dat botste en toen--

Bas:     Je had een soort van uncapped commissiedeal of zo gemaakt met ze.

Bert:     Ja, het was ook niet eens mijn voorstel, het was gewoon vast in het bedrijf ging dat zo toen. En toen was er een Turkse fabrikant die wilde heel graag in Frankrijk een kantoor openen, korte termijn business uit Turkije en dat vond ik eigenlijk wel mooier en nou, die zochten iemand die Frans sprak, die Duits sprak, die wat van kleding wist en wat ervaring daarin had. Nou, daar zijn er niet zo heel veel van dus toen kon ik daarmee aan de slag en heb ik dat kantoor voor hem opgezet en het was wel mooi want het was een Turkse ondernemer die heel groot was in Turkije, de echt alles deed vanaf de katoenspinnerij, maken, alles was in zijn portfolio en ook nog eens een keer eigen winkels in Duitsland. Het was in Duitsland een hele grote man en die had één gek in Nederland zitten en een andere Nederlander in Frankrijk. Dus bij die bijeenkomsten in Duitsland zaten wij dan met zijn tweeën bij 50 Duitsers en Turken aan tafel en die eigenaar vond ons wel mooi want wij waren natuurlijk een beetje recalcitrant en konden dingen ook wel een beetje scherp zetten en die hield echt van ons die man, meneer Shahien was dat. Daar heb ik een hele leuke tijd gehad en ook weer, ja, omdat we iedere maand wel naar Istanbul moesten om daar ook naar de productie te kijken en kijken hoe die samenwerking ging, ook wel weer Turks geleerd en daar heb ik ook nog steeds wel profijt van omdat Turkse mensen ook heel trots zijn en in Nederland zit een gedeelte van de Turkse bevolking, maar in Istanbul, ik weet niet of je ooit in Istanbul bent geweest.

Bas:     Zeker.

Bert:     Maar prachtige stad waar je ook fantastisch kan eten trouwens.

Bas:     Absoluut.

Bert:     En ja, die vinden het ook, daar heb ik mijn lesje geleerd van als ik een klein beetje mijn best doe en ik kan goedemorgen zeggen en het eten is heel lekker en tot 10 tellen dan ben ik al een held.

Bas:     Ja.

Bert:     Dat is een beetje uitgelopen tot dat je ook alle scheldwoorden leert en dat soort dingen.

Bas:     Ja, ja, natuurlijk.

Bert:     Dus ik heb met die Turken echt fantastisch samengewerkt, een hele leuke tijd gehad 8 jaar en toen eigenlijk uitgevonden dat die hele licentie business goed was omdat je, de prijs dan minder belangrijk wordt en je mooie artikelen maakt die in nette fabrieken worden gemaakt van mooie stoffen.

Bas:     Juist.

Bert:     We kregen daar wel bijvoorbeeld op onze donder van Greenpeace omdat we nog Ftalaat in onze prints hadden, dat moest eruit. Nou, terecht weet je, dus je ontdekt ook dingen in je leven in die kledingindustrie wat er allemaal misgaat zonder dat je het eigenlijk in de gaten hebt.

Bas:     Ja, maar licentie business, voor de leken vertaald is gewoon ja, Walt Disney pyjamaatjes, Donald Duck, whatever.

Bert:     We hadden bijvoorbeeld ook Barbie.

Bas:     Oh, Barbie, ja.

Bert:     Daar heb ik nog een leuke anekdote over, maar Barbie maakten wij dus ook pyjamaatjes voor.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     En in Frankrijk heb je La Redoute dus een hele vooraanstaande VPC, Vente par Correspondance was dat op dat moment en toen kwam ik in Turkije in die fabriek waar ze dat aan het snijden waren en toen zag ik allemaal stukjes over en toen dacht ik nou, zou het niet leuk zijn om dat voor het barbiepopje ook in hetzelfde stofje dat pyjamaatje te maken en dan op een kartonnetje aan het artikel hangen. Ik dacht nou, gouden greep. En dat bleek ook echt een gouden greep te zijn want we hadden één grote pagina een foto van La Redoute en nou, dat artikel werd oneindig gerepeteerd want een VPC die koopt in van wat hij verkoopt hè, die zet eerst een basisorder maar die kunnen dan met hun statistieken voorzien wat er dan verkocht gaat worden dus we krijgen de ene week na de ander meer erbij.

Bas:     Top.

Bert:     Maar ze stuurden, de klanten stuurden alleen als ze het dan terugstuurden omdat het niet paste of weet ik veel dan stuurden ze niet dat kleine poppetje pyjamaatje terug.

Bas:     Oh ja.

Bert:     Dus we hebben er een heleboel bij moeten maken.

Bas:     Oh zo.

Bert:     Ja, toen werden we ook bij Warner Rocky of the Year, die vonden dat ook geweldig dus dat was wel een hoogtepunt, ja, dat was leuk.

Bas:     Ja, het kan zo simpel zijn. Maar dat is tof, dus maar die licentiekleding die was je, ja, die was je dus zelf gestart.

Bert:     Ja, nou, toen heb ik dat 8 jaar gedaan voor die Turk en uiteindelijk ook niet uit gekomen, toen zei ik van ja, ik doe eigenlijk hier de hele business voor jou en aan het eind van het jaar krijg ik dan een klein bonusje, ik dacht wel ik wil eigenlijk nog wel iets meer verdienen dus ik zat in die modus van ik moet meer, en daar kwamen we ook niet uit, heb ik op een gegeven moment gezegd nou, dan ga ik het zelf nog een keer doen en dat was in 2004.

Bas:     Ok.

Bert:     En met een Nederlandse investeerder hebben we dat best wel aardig gedaan. Ook wel een moeilijke start, maar op een gegeven moment begon dat wel tractie te krijgen.

Principes van een licentie business

Bas:     Hoe werkt die licentie business? Krijg je dan licentie per land of per regio of?

Bert:     Nou, dat is een goede vraag want dat was een grote wildwest was dat.

Bas:     Ja, want dat ging natuurlijk totale grijsimport door heel Europa en weet ik het allemaal.

Bert:     Ging helemaal fout, ja, klopt. Hoe het werkt officieel is dat je in Frankrijk naar het Franse Disney kantoor gaat en zegt ik wil graag pyjamaatjes maken voor Disney klanten in Frankrijk of voor, dan maken we een collectie en dan moet dat goedgekeurd worden en dan moet je een businessplan maken en dan zeggen ze van nou, als je dit jaar denkt een miljoen euro te verkopen dan moet je zoveel voor licentie afdragen, betaal maar vast de helft vooruit.

Bas:     Het ging op eurobasis, niet in stuks of zo.

Bert:     Nee, omzet.

Bas:     Ok.

Bert:     Betaal maar vast de helft vooruit, dat is dan een garantiesom dat hebben we sowieso en dan de rest wat je er overheen doet dat betaal je dan meer aan percentage. Maar er is ook de wet van Rome dat je binnen Europa vrij verkeer hebt van goederen dus iemand die in Luxemburg een licentie had voor een hele lage garantiesom omdat het maar een klein land is die kon ook in Frankrijk verkopen.

Bas:     Oh.

Bert:     Dus het werd een enorm gevecht tussen licentienemers en die bureaus van Disney ook onderling van jongens, die gasten moeten wel uit ons land blijven anders krijgen ze een nieuw contract.

Bas:     Maar dan kan het dus zo zijn dat iemand in Luxemburg het recht heeft op het Donald Duck pyjamaatje en ook in Frankrijk.

Bert:     Die het dan in Frankrijk verkoopt.

Bas:     Ja, en die Franse die gaat ook in Luxemburg verkopen en die Luxemburger ook in Frankrijk.

Bert:     Ja, maar andersom doe je dat niet zo, is het niet zo interessant want je wordt dus je garantiesom wordt afgerekend op het aantal inwoners van het land. Wij moesten hele hoge budgetten maken om die licentie te krijgen.

Bas:     Ok.

Bert:     En die jongen in Luxemburg, ja, als die 10 pyjama’s zou verkopen dan ben je al een held.

Bas:     Oh zo, dus die pakt de licentie, betaalde relatief weinig aan en ging vervolgens de rest van de markt bestieren.

Bert:     Ja, dus dat werd een grote soep en dat heeft Disney wel geprobeerd op te lossen, maar dat was bijna niet te doen.

Bas:     Nee, nog steeds niet te doen denk ik of wel?

Bert:     Nee, ik ben er een beetje uit nu, maar dat zal nog steeds wel stress zijn.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Maar die kantoren onderling gingen natuurlijk ook wel elkaar erop aanspreken.

Bas:     Ja.

Bert:     En zeggen dat is natuurlijk niet fair want wij deden natuurlijk wel de promotie, we deden mee aan acties en we hadden contact met hele goede retailers in Frankrijk die dat ook begrepen.

Bas:     Ja.

Bert:     Dus uiteindelijk ging dat wel hoor, dat ging wel goed.

Bas:     Ja, maar het gaat dus om euro’s. Dus je mag zelf dan je marges bepalen en hoeveel je wegzet en gaat het op inkooporderprijs, verkooporderwaarde of allemaal dat soort dingen.

Bert:     Klopt.

Bas:     Inkoopwaarde.

Bert:     Nee, gewoon de marge die we, wij verkochten gewoon, nee, op de verkoopwaarde, sorry, ja.

Bas:     Op de verkoopwaarde, oh ja, ja. Interessant. Dus het is eigenlijk relatief makkelijk. Als ik zeg van hé, Disney heeft nog geen glazen, ik zet hier een Donald Duck poppetje op, ik ga naar Disney, ik zeg mag ik dit in Nederland verkopen.

Bert:     Ja, ok, doe maar, er zijn er al 100 die glazen maken.

Bas:     Ja, waarschijnlijk.

Bert:     Nee, maar dan zeggen ze wel van ok, waar ga je dat dan sourcen, klopt het wel, is het wel netjes, kunnen we die fabriek bezoeken.

Bas:     Oh ja. De keten moet kloppen.

Bert:     Is het goede kwaliteit. Wat voor vernieuwends ga je doen, heb je mooie ideeën. Maak je een collectie dat moet je eerst goed laten keuren.

Bas:     Ja.

Bert:     Nee, het is wel uitdagend. Maar ik zei altijd tegen mijn team ook van als wij dit kunnen, als wij al die boxjes kunnen aftikken dan worden we bijzonder. Dus uiteindelijk als je het allemaal goed doet gaat Carrefour jou bellen en zeggen wij willen heel graag die dingen bij jou kopen. En dan worden gesprekken een stukje makkelijker.

Bas:     Juist, ja, ja, interessant.

Bert:     Ja.

Eerste exit

Bas:     Heel cool. En toen nou, dat heb je dus 4 jaar lang gedaan die licentie voor jezelf die kleding en toen in 2008 heb je dat succesvol verkocht.

Bert:     Ja, toen kreeg ik een ongelukje.

Bas:     Ja, oh, vertel.

Bert:     Nou, wij waren gewoon bezig en iemand, ik was gedeeltelijk aandeelhouder en de andere aandeelhouder die iets groter was die heeft de tent verkocht met zijn hele bedrijf erbij, dus wij vielen daaronder dus toen zaten we ineens waren we van een Belgisch bedrijf.

Bas:     Ok, dus je had geen meerderheidsaandeel op dat moment.

Bert:     Nee, ik had geen meerderheid, nee.

Bas:     Nee.

Bert:     En dus ineens behoorde ik tot een Belgische groep die ook licentiekleding maakte ineens en er niets van begrepen. Dus dat liep binnen een half jaar liep dat ook fout. Ja, dat was ook wel apart. Ik woonde toen in Gent dus in die tijd dat mijn kinderen zijn opgegroeid in Gent en ik reed dan op en neer naar Bondues in Frankrijk, vlak over de grens. Klinkt heel ver, maar het is een half uurtje rijden.

Bas:     Ja, ja, precies. Maar interessant, maar toen had je dus ja, wat geld op je rekening staan.

Bert:     Ja.

De rol van geld

Bas:     Want over die hele, je hebt natuurlijk over de wereld een beetje gewerkt, hoe belangrijk was geld voor jou tot die tijd?

Bert:     Nou, best wel. Geld is natuurlijk wel geeft wel vrijheid.

Bas:     Ja.

Bert:     En als je jonge kinderen hebt is het ook wel prettig dat je ze, dat je leuke dingen kan doen.

Bas:     Zeker.

Bert:     Op vakantie kan. Wij gingen altijd naar Bretagne op vakantie waar we een huisje huurden van Nederlandse vrienden, geweldig, de noordkust van Frankrijk. Ben je daar weleens geweest?

Bas:     Ja, zeker.

Bert:     Ja, ik hou ervan. Wij zeiden altijd dat strandje waar wij zitten op 15 augustus staat geen ijscokar.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Daar is gewoon niks.

Bas:     Wow.

Bert:     En dat was geweldig. 13 meter waterverschil. Heerlijke tijd gehad.

Bas:     Er is ook zo’n eilandje daar ben ik geweest.

Bert:     Ile de Bréhat.

Bas:     Nou ja, dat is alleen met eb kun je daar naartoe rijden.

Bert:     Ja, klopt. Dat is Le Mont Saint-Michel is dat.

Bas:     Ja.

Bert:     Daar staat ook een klooster op.

Bas:     Ja, dat zou kunnen.

Bert:     Mijn zoon heet ook Michiel. Heel mooi, klopt, ja. Dat ligt in de baai bij Dinan en Saint-Malo.

Bas:     Ja, ik kan me dat nog herinneren.

Bert:     Prachtig land. Kan ik alle luisteraars aanbevelen, ga er naartoe.

Bas:     Dus je zit dadelijk niet meer alleen op het strandje Bert.

Bert:     Nee, nou, het is het werkt een beetje afschrikwekkend omdat er, het kan daar elke 15 augustus keihard regenen.

Sabbatical van 4 jaar

Bas:     Oh ja precies, ja, ja. Maar business verkocht, toen dacht je ik ga niks doen. Ik ben wel even klaar met werk.

Bert:     Nou, ik had natuurlijk 30 jaar als een gek rondgerend en gereisd en gedaan en ik dacht eigenlijk wel mooi dit. Ik kreeg ook nog een jaarsalaris mee in die deal. Dus dan kan je aan jezelf uitleggen nou, dan ga ik een jaar niks doen. Dat was het initiële idee. En mijn dochter zat toen in Argentinië op een reisje die ben ik gaan bezoeken en ik heb allerlei dingen gedaan die ik heel graag wilde doen. Veel gezeild ook want ik was lid van die zeilclub in Knokke.

Bas:     Mooi.

Bert:     Ja, ook wel gewoon uitgerust. Dat is best wel een keer fijn als je een maandlang niet om 7 uur hoeft op te staan.

Bas:     Absoluut.

Bert:     Daar wen je heel snel aan hoor.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Dus ja, dat. En nou ja, uiteindelijk heb ik natuurlijk te veel adrenaline in mijn lijf om dat langvol te houden en begon ik na te denken over ok, wat nu?

Bas:     Maar je hebt het 4 jaar volgehouden de sabbatical.

Bert:     Ja, ik dacht--

Bas:     Althans doen wat je zelf wil, laat ik het zo zeggen.

Bert:     Ja, ik was met dat huis bezig, waar ik woonde dat was ik aan het opknappen. Er moest een heel nieuw dak op en toen had ik bedacht dat was een oud huis, mooi huis, had ik bedacht van eigenlijk is het zonde om daar van die platen, want ik wilde absoluut solarenergie hebben natuurlijk, maar ik had het idee van het is zonde van zo’n mooi oud huis om daar van die zwarte platen op te leggen. Dat is toch niet mooi. Dus toen had ik bedacht van als ik nou ieder tegeltje, ieder dakpannetje zo’n zonnecel in kan zetten dan moet dat helemaal te gek zij. Ik praat over 2008 hè, dus.

Bas:     Oh ja.

Bert:     Toen ben ik ook naar China gegaan om te kijken, dat soort jongens via-via kon ik naar dat soort fabrieken en die verklaarden me allemaal voor gek. Die zeiden nee, je moet gewoon platen en want series raakt te veel verlies en toen heb ik me een beetje laten uitleggen dat dat niet kon en was ik niet eigenwijs genoeg om te vertellen van volgens mij moet het wel kunnen en niet technisch genoeg onderlegd. Heel jammer, dat heb ik niet doorgezet dat, maar uiteindelijk vind ik het nog steeds een goed idee.

Bas:     Ja, ze zijn er wel.

Bert:     Ze zijn er nu wel ja.

Bas:     Ja, volgens mij heeft Elon Musk ook zo’n systeempje met van die platte dakpannetjes.

Bert:     Ja, best mooi. Maar goed, dat heeft me ook weer geleerd dat ik dacht van nee, eigenlijk ik weet zoveel van de kledingindustrie, ik heb zo’n groot netwerk, niemand kan mij wat wijsmaken wat er gebeurt en het moet gewoon veel beter want ik heb natuurlijk uiteindelijk als ik heel eerlijk ben de kledingindustrie zien verworden van iets moois maken wat je draagt en wat van goede kwaliteit is, waar je ermee mooi uitziet en af en toe wat nieuws, natuurlijk vinden mensen dat mooi, dat vindt iedereen leuk, naar wat het nu is geworden, fast fashion waar kleding wordt gemaakt door kindslaven in het putje van de wereld met giftige materialen die gewoon geloosd worden, ik weet niet heb je True Cost gezien die film?

Bas:     Nee.

Bert:     Nou, dat is de volgende aanrader voor de luisteraars.

Bas:     Wel misschien wel, weet ik niet.

Bert:     True Cost. Nou, als je hem gezien hebt is hij wel binnengekomen hoor denk ik.

Bas:     Is hij wel binnengekomen, ja.

Bert:     Je kan misschien de trailer hierbij doen.

Bas:     Staat ook op Netflix.

Bert:     Hij stond op Netflix, niet meer.

Bas:     Stond, ok. Hij was te goed, ze hebben hem eraf gehaald, of ze hebben de licentie niet verlengd.

Bert:     I don’t know, maar hij is, hij komt echt binnen.

Bas:     Wow.

Bert:     En ja, dat heb ik dus zien gebeuren in mijn leven en ik had zoiets van dat kan niet. Ik heb drie kinderen, die studeren, wat laten wij na? Dus onze generatie heeft echt ja, de boel gigantisch verknald.

Bas:     We verneuken de planeet.

Bert:     Nou, wij waren wereldkampioen in die tijd. Er wordt nu gelukkig meer nagedacht hoop ik, vind ik ook wel, is ook echt wel zo.

Bas:     Ja.

Bert:     Maar toen ik 18 jaar was, ja, misschien was ik te onbezonnen maar, het enige probleem wat ik ooit heb gekend is dat we autoloze zondagen hadden omdat Saoedi-Arabië geen olie meer wilde leveren of zoiets.

Bas:     Ja.

Bert:     En dat vonden we echt vreselijk. Maar ik dacht niet na over CO2-uitstoot en dat soort dingen.

Bas:     Wow.

Bert:     Dat ligt misschien ook aan mij, maar nou ja, dat kwam natuurlijk wel veel meer, en als je je daar een klein beetje voor interesseert en je gaat zoeken op Google dan komt er een heleboel op je af.

Bas:     Natuurlijk.

Bert:     En zeker als je dan een bedrijf begint wat het beter wil doen, nou, dan komt er een tsunami aan informatie en bij alles denk je jezus man, dat wist ik helemaal niet. En je kan beter, wat ik net al zei, alles kan op dit moment zijn alle technieken ervoor om dan even voor de jeans weer terugschakelen, dat je alles beter kan doen. Alles kan beter, alleen je moet het wel doen en ieder stapje is toch weer een tikje duurder omdat het nieuw is en er nog geen volume zit en nou, uiteindelijk betaal je als handelaar nu twee keer zoveel voor je jeans omdat je mensen ook eerlijk wil betalen, die gun je eigenlijk ook wel een pensioennetje, wil je het niet zo ver weg doen. Dus Tunesië worden onze jeans gemaakt. Ik vind het belangrijk, mensen zeggen ook weleens zou je het niet in Nederland doen. Ik denk dat het niet verkeerd is om een land als Tunesië economisch te ondersteunen om daar handel te doen. En dat is nog, dat is 1 dag varen, dus van Tunis naar Marseille staan onze trucks op de boot en die rijden dan door naar Utrecht waar ons logistieke center is en daar liggen die.

Bas:     Ja.

Bert:     Dus ik kan dat aan mijzelf verkopen dat ik zeg van nou, dat is een kort cirkeltje, de stoffen worden gerecycled in Valencia. Daar gaan al onze oude jeans naartoe die we inzamelen.

Bas:     Want je hebt het nu over MUD Jeans wat je na die sabbatical, ja.

Bert:     Ja, ik schakel misschien te snel door.

Het idee achter MUD Jeans

Bas:     Ja, want het MUD, staat dat nog ergens voor trouwens?

Bert:     Voor modder.

Bas:     Modder.

Bert:     Mud is het meest circulaire goedje wat er is denk ik.

Bas:     Kijk, mooi.

Bert:     Omdat je het altijd opnieuw kan gebruiken. Je kan er huizen van bouwen, je kan het op je gezicht smeren, het is uiteindelijk klei en zand en water en dus ja, het is circulair.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     En uit mud kan ook een mooie lotusbloem groeien. Dat is een beetje meer de filosofische kant ervan, dat zijn wij dan.

Bas:     Ja, is wel tof, je was dan, we hebben elkaar natuurlijk leren kennen op een marketplace event en toen was ik echt helemaal gefascineerd van het verhaal van MU Jeans en dat was ook de reden waarom we nu hier een podcast zitten op te nemen.

Bert:     Ja, ja.

Bas:     Je was al de supply chain een beetje aan het uitleggen, maar ik vond het zo fascinerend dat vooral het circulaire deel dat mensen een jeans kunnen leasen of in ieder geval terug kunnen sturen en dat jij die in Valencia gaat shredden en er weer een nieuwe jeans van maakt. Toen dacht ik van waarom importeren we überhaupt nog nieuwe jeans uit andere landen omdat er zoveel waste is van die dingen.

Bert:     Ja, ongelooflijk.

Bas:     En als je ze allemaal zou recyclen en daar hadden we het in het begin over, jij bent nog steeds het enige en eerste circulaire jeansmerk ter wereld.

Bert:     Ja, eigenlijk is dat belachelijk.

Bas:     Dat kan toch niet waar zijn?

Bert:     Dat moet ook niet zo zijn en het probleem is nog groter eigenlijk nu omdat grote jeansbedrijven ook wel inzien dat hun consumenten om meer duurzaamheid vragen en openheid en dat soort dingen dus dan wordt er nu gegreenwashed en gezegd van ja, wij doen ook wat circulairs en we doen ook wel dit en we betalen mensen netjes, terwijl dat is dan pre-consumer waste. Het wordt een beetje technisch nu, maar dat is zeg maar afval in de fabriek of de spinnerij daarvoor dat ze dan opnieuw gebruiken wat normaal is en al heel erg lang duurt en gebeurt.

Bas:     Dat ze gewoon een soort van stempeltje hebben voor de buitenwereld.

Bert:     Van ja, dan gebruiken we 20% oud materiaal. Dat is niet helemaal eerlijk vind ik. Wij gebruiken echt oude jeans dus wat MUD Jeans doet is we maken de jeans zo goed mogelijk en zo netjes mogelijk, niet te ver weg met mensen die netjes betaald worden en waar we overal transparant over kunnen zijn. Maar we vinden dat niet genoeg want dat doen al meerdere bedrijven hè, netjes maken dat kan best wel. Maar wij zijn eigenlijk voorloper van UPV hè, uitgebreide product verantwoordelijkheid van of in het Engels Extended Producer Responsibility, EPR, daar komt wetgeving over. Dus dat betekent dat bedrijven wat ze op de markt zetten ook nog steeds verantwoordelijk voor zijn en ik vind dat normaal. Wij vinden dat bij MUD Jeans als je dat product helemaal goed hebt gemaakt dan wil je eigenlijk ook nog graag dat het teruggestuurd wordt na gebruik en dat je het zo goed mogelijk weer gaat hergebruiken. Dus dat betekent dat je in design gaat nadenken over nou, stel dat ik die broek van jou terug krijg na twee of drie jaar dat hij uitgedragen is, kan ik hem dan makkelijk weer uit elkaar halen en verstoor ik de reststromen niet als ik er heel veel andere stromen bij stop. Dus bijvoorbeeld leren labels gebruiken we niet of de materialen die, de metalen die halen we er van tevoren ook af, die wil je ook van één soort metaal hebben in plaats van een stukje plastic of.

Bas:     Ja, makkelijker.

Bert:     Je moet het zo makkelijk mogelijk maken voor jezelf en dat is eigenlijk circulariteit terwijl heel vaak krijg ik mensen op bezoek die zeggen van ja, ik heb een heleboel kleding over, kan je er wat mee?

Bas:     Oh ja.

Bert:     Ja, nee vriend, dat had je van tevoren moeten bedenken.

Bas:     Je komt met allemaal dezelfde broeken aan zetten dan lukt het wel.

Bert:     Nou, je kan ook broeken hebben waar bijvoorbeeld 20% polyester in zit, kunnen we ook niks mee.

Bas:     En spandex zit ook niet in de broek.

Bert:     Spandex zit bij ons 2%, dat hebben we ontdekt--

Bas:     Voor het comfort.

Bert:     Voor het comfort, ja, bij sommige broeken, sommige niet. Hè, mooie 100% katoenen broeken zijn eigenlijk natuurlijk het beste. Maar dat kunnen we gebruiken omdat nou ja, dat verstoort het recycleproces niet zo heel erg. Nou, dat vind ik dus belangrijk en daarom hebben we dat leasen uitgevonden. Wij willen graag dat dus onze klanten de broek terugsturen dus je krijgt een tientje korting als je je oude broek terugstuurt en dat mag tegenwoordig ook een vieze broek zijn van Levi’s of wat anders.

Bas:     Ok.

Bert:     Als er maar 95% katoen in zit en als hij 20 keer gewassen is zijn alle pesticiden en dingen van de katoen er wel uit. En het andere idee was omdat ja, in de tijd toen we begonnen was Airbnb aan het opkomen en Uber en de sharing economy dus wij hadden zoiets van ja, waarom moeten we eigenlijk eigenaar zijn van een product of is de performance van een product goed genoeg? Dus als je het gebruik hebt, daar gaat het eigenlijk om, je wil die broek aan hebben. Nou is dat wel heel far fetched en voor een jeans wel natuurlijk moeilijk voor te stellen want die wil je eigen maken, die gaat naar je lijf zitten dus dat spreekt elkaar een beetje tegen, maar uiteindelijk hebben we dat bedacht en gezegd het gaat ons erom dat na gebruik we die broek terugkrijgen en je kan hem leasen dat hebben we iets makkelijker gemaakt, we dachten van ja, het is zo ingewikkeld, niemand begreep het meer. Zo ben ik trouwens zal ik zo meteen vertellen aan onze eerste medewerkster gekomen. Maar dat leasen is dus bedacht van je betaalt 12 keer een tientje en houd hem dan vooral langer dan is hij afbetaald, maar als je hem terugstuurt dan krijg je korting op de volgende lease, een euro, dan is hij 8.95 per maand.

Bas:     Oh ja.

Bert:     Met het idee, het mooie is dat je natuurlijk hele lange connecties krijgt met je klanten.

Bas:     Juist.

Bert:     Dat zijn echt fans van je en die bestellen ieder jaar of iedere twee jaar een nieuwe broek. Dus dat is onze slow fashion met het idee van je kan best weleens een keer wat nieuws en wat mooiers en een ander kleurtje, begrijpelijk, dat wil iedereen, maar niet iedere drie weken zeg maar. We maken ook nooit ieder jaar twee of drie nieuwe collecties, dat doen we niet.

Recycling van jeans

Bas:     Nee, nee. Dus maar van hoeveel jeans, want leg me dat proces aan de achterkant uit, van hoeveel jeans kan jij weer een jeans maken? Dus wij sturen allemaal broeken terug. Jij stuurt die naar Valencia, daar gebeurt iets, die shredder je weer terug tot de grondstof en dan ga je weer de grondstof opbouwen tot stof en die gebruiken of hoe werkt dat?

Bert:     Ja, bijna goed. We gaan ze dus shredden uit elkaar in steeds kleinere stapjes en met naalden en rollen uit elkaar trekken dat je weer een soort vezeltjes krijgt, vervezelen noemen we dat.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Nou, dat wordt dan een lichtblauw bolletje van die jeans en dat ziet er wel alweer uit als katoen, maar dat moeten we dan wel bijmengen met 60% biologische nieuwe katoen. Dus we gebruiken 60% virgin nieuw materiaal en 40% post consumer waste. Nou, dat gaat dan 8 uur lang in blow rooms, hele grote kamers waar dat door elkaar gehusseld wordt.

Bas:     Oh ja, ja.

Bert:     En daar halen ze dan een lont uit, dat is zeg maar het eerste idee van een draadje en dat gaat door alle machines, door spinnerijen en komt daar een draadje uit waar je een jeans mee kan maken.

Bas:     Daar komt echt letterlijk een draadje uit en dat draadje wordt weer gewoven.

Bert:     Ja, dat wordt eerst geverfd hè, de ketting wordt geverfd en de inslag blijft wit en dan krijg je, of bij ons dan een beetje grijswittig en daar krijg je dan weer die denim stof van.

Bas:     Oh wow.

Bert:     Ja, en ook daar zijn alle processen steeds beter. Vroeger moest je indigo verven door 8 baden. Indigo is een hele gemene verfstof. Nou, daar is een variant voor die nu minder schadelijk is of bijna niet. En we kunnen verven met dat heet een soort mousse, in plaats van die 8 baden kunnen we het nou in een gesloten systeem met één mousse. Dat heeft onze fabrikant uitgevonden in Spanje. Dus eigenlijk terwijl je bezig bent zijn er ook een heleboel uitvindingen gedaan door allerlei mensen om ons heen. Die hebben we natuurlijk meteen gebruikt. We zijn heel graag het proefkonijn, gaat ook heel vaak mis. We hebben partijen dan, ok, we hebben weleens een keer de zwarte broeken laten bleachen met ozon dan komt er een soort lichtgrijs uit, nou, dat mislukte de eerste keer helemaal. Maar nu doen we dat en dat gaat heel goed.

Bas:     Ok, dat is innovatie toch?

Bert:     Dat is innovatie ja, gewoon dat doen.

Bas:     Maar van hoeveel ja, van hoeveel jeans maak je dan één jeans ongeveer?

Bert:     Nou, er zit dus in de nieuwe jeans zit 40% oude jeans.

Bas:     Ja, een nieuwe jeans is 40% oude jeans.

Bert:     Dus zeg maar de helft is een oude jeans.

Bas:     Maar je kan niet zeggen dat 40% van een broek in die nieuwe jeans zit.

Bert:     Nee, er zit 100%, al onze broeken worden gerecycled om onze kwantiteit te stijgen, maar en we zijn op weg nu naar dat heet the road to 100 en daar komt een vierdelige documentaire van uit binnenkort en die gaan we ik geloof 15 juni lanceren.

Bas:     Ok.

Bert:     Over hoe we dat doen, samen met Saxion. Dus de universiteit in Enschede. Die hebben heel veel werk voor ons gedaan en onderzocht hoe je nou van 100% oude broeken 100% een nieuwe broek kan maken en dat doen we door middel van twee technieken. Dus onze techniek van het shredden en het uit elkaar dat noemen we mechanisch recyclen en aan de andere kant heet Saxion, dat heet SaXcell hebben wat uitgevonden daar dat je jeans ook kan verpulveren met een soort zoutoplossing. Dat noemen we moleculair recyclen en daar kan je weer een draadje van trekken dat lijkt een beetje viscose-achtige draad of bamboe doen ze ook op die manier bijvoorbeeld. Nou, en dat is natuurlijk fantastisch want dan heb je een heel sterk langwerpig draadje wat niet echt op een jeansdraadje lijkt, maar als je dat gaat mengen met die stoere mechanisch gerecyclede dan krijg je wel iets wat op een denimdraadje lijkt.

Bas:     Cool.

Bert:     En nou ja, hoeveel moet je dan van dit nemen, hoeveel van de andere en hoe sterk ga je het spinnen, hoe hard, wat voor druk, nou, dat hebben ze allemaal getest en gedaan, hebben we boeken van vol met allemaal verschillende stofjes. Dat is heel leuk, daar hebben we ook een subsidie voor gekregen van de Nederlandse Staat samen met hun, de WBSO. En daar gaan we nu ook mee door en we hebben vorige week stonden we op Change Now in Parijs.

Bas:     Ja.

Bert:     Ik weet niet of je die beurs kent, maar daar staan alle zeg maar nieuwe ontwikkelingen op duurzaamheid worden daar getoond. Lightyear stond er bijvoorbeeld ook.

Bas:     Oh ja, die elektrische auto met dat zonnepaneel erop toch?

Bert:     Ja, die, dus Nederlandse inbreng was er wel.

Bas:     Ja, mooi.

Bert:     En wij hebben daar de eerste 100% post-consumer waste gerecyclede broek aan de wereld laten zien.

Bas:     Wow, wow.

Bert:     Daar zijn we ongelooflijk trots op. Het ziet er nog niet echt uit, ik weet niet of het een viable product is, of jij hem zou dragen.

Bas:     Ja.

Bert:     Ik wel natuurlijk, maar ik ben gek.

Bas:     Maar dat is een statement die jij maakt.

Bert:     Ja, maar ik vind het eigenlijk wel mooi geworden. Alleen het is nog niet de jeans die je zo kent zoals nu, want het was dus wat lastiger, dat lukt niet helemaal, het verven is wat anders, dus we moeten er even nog mee aan de bak dus we gaan een volgend traject in om dat nog verder uit te werken.

Bas:     Cool, en waar gaat die documentaire over? Gaat dat over dat onderzoek bij de Saxion en hoe het gerecycled wordt en dat er een beter product uitkomt en dat het op een andere manier gerecycled wordt?

Bert:     Ja, de eerste keer weven en de eerste keer spinnen en wat er dan misgaat, hoe we samenwerken en wat we bedenken met zijn allen en die Spanjaarden zijn daarin meegenomen.

Bas:     Cool, cool.

Bert:     Er moet heel veel gebeuren voordat je het voor elkaar krijgt.

Prijs voor duurzaamheid

Bas:     Ja, ja. Nou, en terecht. En volgens mij heb jij een paar dagen geleden de Koning Willem 1 Plaquette gewonnen.

Bert:     Eergister.

Bas:     Eergister zelfs. Leg eerst eens even uit aan de mensen wat dit is, want ik kende het niet, maar jij gaat ons dat vertellen.

Bert:     Dat is een tweejaarlijkse prijs voor drie bedrijven, er zijn drie categorieën dus het grootbedrijf dat is meer dan een miljard euro omzet. Het MKB en het meest duurzame bedrijf. En wij hebben ons ingeschreven natuurlijk op het meest duurzame bedrijf en toen werden we genomineerd eerst voor de laatste 12, dat was een heel event in Circle waar ook Dopper was genomineerd en i-did slow fashion allemaal mooie bedrijven, Gibster, Emma’s Shoes, en uiteindelijk ja, toen werden we overvallen door Annemarie en die kwam ons vertellen dat we bij de finalisten zaten en dat we naar het gala mochten op maandagavond in Groningen.

Bas:     Ja.

Bert:     Helemaal in Groningen.

Bas:     Of all places.

Bert:     Dat mocht ik niet zeggen van de Commissaris van de Koningin vertelde die in zijn speech, maar ik doe het lekker toch, helemaal in Groningen en ja, uiteindelijk hele mooie avond met allemaal mooie muziek en naar het hoogtepunt opgebouwd werden wij als een van de drie genomineerden gekozen tot de winnaar. Dat was eigenlijk een heel emotioneel moment.

Bas:     Dat geloof ik.

Bert:     Alsof je de marathon hebt gelopen en eindelijk, het voelde als erkenning en dat is ook voor het hele team. Ik hoop dat ons bedrijf er een hele boost van krijgt want het gaat natuurlijk niet om mij maar in de tijd dat je dit doet en 10 jaar bezig bent komen er allemaal mensen bij je en die allemaal de neuzen dezelfde kant op hebben en die keihard werken, die heel slim zijn en intrinsiek gemotiveerd ook omdat we een B-corp zijn, een benefit corporation, een van de hoogst scorende. Ja, sluiten mensen zich aan die zeggen van ja, deze missie vind ik mooi en ik doe gewoon mee.

Bas:     Ja, het is een kroon op je missie.

Bert:     Ja, ik ben er echt wel heel erg trots op. Dat is gewoon ja, dat je jezelf het allerbeste duurzame bedrijf van Nederland mag noemen, dat is eigenlijk onvoorstelbaar.

Concurrentie

Bas:     Ja, nou, ik zou eerder zeggen pas de wetgeving zodanig aan dat dit de standaard is.

Bert:     Ja, dat klopt, dat is een goede wat je zegt, ja.

Bas:     Dan word je de grootste jeans, circulaire jeansleverancier ter wereld.

Bert:     Dat klopt, als er wetgeving komt dat alle jeansbedrijven hun eigen jeans moeten terugnemen dan wordt het een heel ander verhaal. Wij hebben een stagiaire, we hebben hele leuke stagiaires vaak en dit meisje had bedacht van als ik nou in december ga vragen ik heb een oude jeans van ik noem maar een merk, dan schrijf ik naar dat merk ik wil graag mijn jeans naar u terugsturen, kan dat?

Bas:     Oh ja.

Bert:     Nou, dat was fantastisch wat je dan voor reacties krijgt van bedrijven.

Bas:     Ja.

Bert:     Die hebben we wel eruit gegooid op een gegeven moment ook. Die hebben we wel publiek gemaakt.

Bas:     Ja, dat geloof ik ja, want je krijgt natuurlijk niet de wenselijke antwoorden waarschijnlijk.

Bert:     Nee, gewoon van flikker op met je jeans, die moet ik niet hebben.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Zoek het maar uit, verbrand hem maar.

Bas:     Ja, en want dus jullie productie is in Tunesië of zo zei je net.

Bert:     Ja.

Bas:     En je recyclet in Valencia.

Bert:     Ja.

Bas:     Hoeveel, want op een gegeven moment komt er zeg maar een bepaald punt dat heel veel mensen de MUD Jeans dragen en dat ze terugkomen, maar het begin is natuurlijk nieuwe grondstof en daarna wordt het gerecyclede grondstof.

Bert:     Klopt.

Bas:     Dus er zal altijd een deel nieuwe grondstof blijven.

Bert:     Tenzij we naar die 100% gaan als dat echt lukt, als we er echt een viable product van maken waar jij helemaal wild enthousiast van wordt. Maar dat klopt wel, die vraag kregen we ook helemaal in het begin toen we begonnen met dat leasen, hadden we twee uitdagingen, de eerste was dat de achterkant van het bedrijf en de boekhouder helemaal niet klaar daarvoor was dus ga maar 12 keer een tientje afschrijven bij iemand en die van rekening veranderd of zijn broek terugstuurt. Drama was niet te overzien.

Bas:     Ja.

Bert:     Dus aan het eind van het jaar heb je 100.000 euro geld wat binnen is gekomen waar je geen idee hebt waar het vandaan komt. En aan de andere kant heb je een heleboel mensen waarvan je denkt dat je er nog geld van moet krijgen, is ook ongeveer 100.000 euro, dus hebben we maar tegen elkaar aangeschoven en dachten nou, dit sluit. Dat hebben we een paar jaar zo gedaan maar dat is natuurlijk niet vol te houden.

Bas:     Nee.

Bert:     Dus gelukkig hebben we dat helemaal kunnen automatiseren en een collega van mij is daar helemaal ingedoken en die hebben dat helemaal opgelost ook, geweldig. Maar toen kregen we ook de vraag van consumenten van ok, jullie sturen die broeken terug, maar wat ga je er eigenlijk mee doen? Dus toen wij hebben dan hele slimme marketeers, dat meisje wat dus mij of jonge vrouw moet ik zeggen die mij zag spreken in Pakhuis de Zwijger in het begin over dat leasen jeans verhaal en die kwam na die spreekbeurt naar me toe en die zei nou, meneer Van Son, dat is een mooi verhaal, maar dat kan echt veel beter. Ik kom bij je werken. Ik zei nou, sorry, maar ik heb geen geld meer ik kan je helemaal niet betalen. Maar die is toch komen werken. Die had haar baan opgezegd, die heeft Hyper Island als opleiding gedaan en die hebben we dus sweat capital gegeven hè heet dat en die is uiteindelijk gebleven en dat is nu onze brand builder, een geweldige ja, marketeer en die verzon, die zei op een gegeven moment nou, laten we dan gewoon dat laten zien hè, content op Insta gooien, op Facebook, alles laten zien. We gaan die reis maken, we rijden met twee oude Landrovers rijden we naar Valencia, daar gaan we ze zelf in de shredder gooien, filmen we dat, weten ze precies hoe dat gaat.

Bas:     Juist.

Inzamelpunten voor kleding

Bert:     Maar toen had ik niet genoeg broeken. Dus toen heb ik Humania in die tijd gebeld, ik zei ja, hebben jullie nog wat oude jeans want ik ga daar naartoe, het moet wel volumineus eruitzien. Het is lullig als je met 100 broeken daarheen rijdt. Toen was ook wel een eyeopener voor me want toen zeiden ze van dan ga je maar naar Zwolle dan op zaterdagochtend, dan zeggen we dat jij eraan komt, meneer Van Son die komt een paar oude jeans halen en dat regelen we wel. Nou, ik weet niet of je ooit bij zo’n verzamelpunt bent geweest van oude kleding?

Bas:     Nee, maar dat zal er vast wel chaotisch uitzien.

Bert:     Nee, het is helemaal niet chaotisch, het is fantastisch. Onvoorstelbaar de hoeveelheid oude kleding.

Bas:     Ja, allemaal van die balen met kleding of hoe moet ik het voorstellen?

Bert:     Ja, opgestapeld tot aan het plafond, maar fabrieksallen vol, echt dat je niet kunt voorstellen allemaal oude kleding en die mannen die werken daar en de vrouwen dat zijn ook nog vaak mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dus nou, die hadden het grootste plezier om die hele auto van mij vol te proppen met oude stinkende jeans. Nou, daar zijn we mee naar Spanje gereden en onderweg allemaal mooie dingen gedaan met de Surf Riders Foundation die jij ongetwijfeld kent hebben we met de Universiteit van Troje en Vieux-Boucau het strand opgeruimd. Nou, ook een eyeopener als je met 300 mensen 3 uur lang over het strand loopt en je haalt plastic op waarvan je denkt van nou, het ziet er hier best netjes uit.

Bas:     Ja, ja.

Bert:     Balen met plastic werkelijk. Dus dat was ook weer, ook leuk voor ons team en stagiaires om dat allemaal te zien en uiteindelijk die broeken in die shredder gegooid en dan komt het wel tot leven als je het gewoon zelf gaat doen. Dus het motto is gewoon we gaan het lekker zelf doen en dan zie je vanzelf hoe het eruitziet.

Bas:     Ja, onwijs gaaf verhaal man.

Bert:     Ja.

Trend in e-commerce

Bas:     Je ziet ook in de e-commerce zie je ja, je ziet wel steeds meer mensen circulair denken, maar het is toch een andere manier van denken dit hè. Want de meeste bedrijven denken gewoon nou, ik ga producten inkopen en verkopen en wat erachter zit.

Bert:     Lekker geld verdienen, prima, ja.

Bas:     Ja, en door dit verhaal ga je daar toch wel anders naar kijken.

Bert:     Ik hoop het, ik hoop dat we, wij vinden dat onderdeel van onze missie dat we niet alleen zelf proberen te groeien en impact te maken en CO-2 neutraal te zijn of zelfs positief nu met de samenwerking met Just Dig It, alle teruggestuurde jeans planten wij een boom of we graven een gat hè in Afrika. Ken je Just Dig It? Is fantastisch, kijk daarnaar.

Bas:     Klinkt goed.

Bert:     Maar--

Bas:     Is wat anders dan de Boring Company denk ik.

Bert:     Ja, dat is iets anders.

Bas:     Ja.

Bert:     En wij willen eigenlijk ook onze kennis en onze ervaring gebruiken om jonge mensen te inspireren en ook praten we veel met studenten en op universiteiten geven we guest lectures om ook ja, maar te vertellen wat we doen, want vaak is het voor mensen een beetje onbegrijpelijk terwijl het een heel simpel verhaal is. En daar krijgen we heel veel reacties op. We hebben iedere maand een webinar voor studenten.

Bas:     Wow.

Bert:     Omdat we, ja, iedere dag gebeld werden van mogen we je interviewen want ik doe een thesis over circulaire economie en dan komen we eigenlijk alleen maar bij MUD Jeans terecht.

Bas:     Ja.

Bert:     En dat doen we wel graag, maar ja, ik kan natuurlijk niet de hele dag interviews gaan geven.

Bas:     Je doet het nu op schaal.

Bert:     Ja, we doen het nu op schaal dus.

Bas:     Ja, slim.

Bert:     Maar het is heel schattig want dan weten ze om 4 uur, of het is tegenwoordig 3 uur maandagmiddag, de eerste maandag van de maand kan je bij ons inloggen. Dan moet je wel van tevoren onze lifecycle assessment hebben gelezen en de Bicorp audit en al dat soort dingen dat ik geen vragen krijg die ik al 100 keer heb gekregen, maar echt--

Bas:     Inhoudelijk.

Bert:     Ja.

Bas:     Je gaat ook echt live.

Bert:     We gaan live.

Bas:     Het is niet een recording die je afspeelt.

Bert:     Nee, en dan mogen ze om de beurt een vraag stellen en dan krijg je, studenten zeggen ja, ik ben al 4 uur ’s nachts opgestaan want ik zit in Rio de Janeiro en we wilden u absoluut spreken en dan voel ik mij heel vereerd en denk ik jeetje mina, wat gek.

Bas:     Wow, ja, nou ja, goed, ik vind ook dat dit verhaal ja.

Bert:     Is echt heel leuk dus daar krijg ik ook energie van als je die jonge mensen ziet die gewoon iets willen veranderen en zeggen van zo gaan we niet door en dan denk ik van ok, we doen het toch wel aardig.

Bas:     Het gaat de goede kant uit, ja.

Bert:     Ja.

Kapitalisme vs. Circulariteit

Bas:     Nou, goed, het kapitalisme wint dan net eventjes van het circulaire of zo of hoe zie jij dat?

Bert:     Oeh, zo hard durf ik hem nog niet te zeggen. Nee, ik denk niet kapitalisme. Ja, je moet natuurlijk ook geld verdienen hè, het is niet duurzaam als we er volgend jaar niet meer zijn omdat we failliet zijn gegaan.

Bas:     Nee, precies.

Bert:     Dus die struggle hebben we. De kosten dekken, we doen dus zelf natuurlijk heel veel moeite aan om oude jeans terug te nemen, ze te versturen, dat is allemaal geld wat andere bedrijven niet uitgeven. Dus dat kunnen wij minder inzetten in marketing. Dus ja.

Bas:     Dat moet je weer terugverdienen door prijzen te winnen en in podcasts te komen en webinars te geven.

Bert:     Ja, dat hoop ik dat het zo werkt.

Bas:     Ja, absoluut. Ja, tof.

Bert:     Ja.

Kortingscode MUD Jeans

Bas:     Tof verhaal Bert, heb ik nog iets niet gevraagd wat ik had moeten vragen? Wil je nog iets toevoegen aan het gesprek?

Bert:     Ja, ik wil wel wat toevoegen. Ik wil graag aan jou luisteraars de kortingscode geven.

Bas:     Kijk, dat mag.

Bert:     Want het gaat er natuurlijk om dat mensen onze jeans gaan dragen, daarover praten met hun vrienden en zeggen dat hij geweldig zit.

Bas:     Ja, of niet, heel goed. Ik vind dat ze de volle prijs moeten betalen, maar voor deze heb jij de mogelijkheid om de kortingscode te geven.

Bert:     Nou, de kortingscode is walkthetalk.

Bas:     Walkthetalk?

Bert:     Ja, dus loop hem en ja, dan krijg je 20% korting.

Bas:     Wow.

Bert:     En ik hoop dan dat mensen vooral zeggen van jezus wat een fijne jeans en wat zit hij goed en ik ga dit aan mijn vrienden en vriendinnen vertellen.

Bas:     Ja, en hij is te verzilveren op mudjeans.com?

Bert:     .nl, .com hebben we niet helaas.

Bas:     Oh, dat meen je niet.

Bert:     Nee, dat is een drama.

Bas:     Je bent hem wel aan het kopen mag ik hopen?

Bert:     Nee, maar hij is bijna niet traceerbaar.

Bas:     Oh.

Bert:     De eigenaar zit ergens in een Oostblokland, ik heb hem niet los kunnen krijgen.

Bas:     Oh.

Bert:     Tot nu toe. Maar als je daar advies in kan geven dan.

Bas:     Ja, ik ga ook wel eens even voor je researchen.

Bert:     Best wel lastig.

Bas:     Ik ben daar ook wel handig in, in dat soort dingen.

Bert:     Ok, het is ons nog niet gelukt, zelfs niet om, zelfs om in discussie te komen en hoe langer we wachten hoe moeilijker het wordt natuurlijk.

Bas:     Ja, ik ga kijken of ik hem kan opsporen en anders bij dezen misschien een luisteraar die denkt van hé, wacht even, zo iemand achterhalen van mudjeans.com die voor dit mooie verhaal, want gebeurt er iets op dat domein?

Bert:     Ja, erger nog, dan word je doorgeleid naar andere jeansmerken, maar niet naar die van ons. Dat is heel vervelend. We hebben wel de mudjeans.eu en de mudjeans.nl, maar net de andere--

Bas:     Maar net .com wil je hebben.

Bert:     De URL’s hebben we.

Bas:     Maar dit kan net zo goed een vervelend concurrentje zijn dit.

Bert:     Dit is geen vervelende concurrent, het is gewoon een slimmerik die 20 jaar geleden al dit domein heeft vastgelegd.

Bas:     Oh ja.

Bert:     En er iets mee doet en daarom is het lastig om het los te weken.

Bas:     Ja.

Bert:     En we hebben al ons merkenbureau is er al ingedoken. Als jij het kan ben ik je eeuwig dankbaar.

Bas:     Ja, of een van de luisteraars.

Bert:     Of een van de luisteraars, ja.

Bas:     En hoe kunnen ze jou bereiken? Bert van Son op LinkedIn?

Bert:     Ja, doe dat maar.

Bas:     Ja, anders stroomt je inbox dadelijk vol.

Bert:     Ja, die is al zo vol.

Bas:     Ja, tof, Bert, dank je wel voor je komst.

Bert:     Jij bedankt dat ik mijn verhaal hier mag vertellen.

Bas:     Ja, en koop je jeans dus op mudjeans.nl.

Bert:     Heel graag.

Bas:     Kortingscode walkthetalk.

Bert:     Ja.

Bas:     Heel tof, dank je wel.

Bert:     Dank je wel.

Bas:     Yes.

Bedankt voor het luisteren naar de Ondernemen op Slippers podcast. Check voor meer informatie ondernemenopslippers.nl. Tot de volgende keer!

Bas:     Ja, super vet verhaal van Bert van Son van MUD Jeans, echt genieten. Het hele verhaal van Canada tot Taipei, Hongkong, Parijs en hoe hij uiteindelijk het circulaire jeansmerk MUD Jeans is gestart, het enige en eerste circulaire jeansmerk ter wereld. Ik kan er nog steeds niet bij komen, dit moet gewoon gedeeld worden dus bedankt voor het luisteren. Check je jeans op mudjeans.nl met de kortingscode walkthetalk. Bert, dank je wel.